Nieuws

Elke dag herdenking van de slachtoffers van Kamp Vught en de vraag: wat zou jij gedaan hebben?

Elise werkt sinds half september als vrijwiligster bij ASF. Éen van haar taken is het biografieënproject. Lees veder om van Elise zelf te horen wat dat inhoud!

Vrouw in een rode jas glimlacht bij Nationaal Monument Kamp Vught. Op de achtergrond is een houten wachttoren zichtbaar.

Ik ben Elise Keller en werk sinds half september bij Nationaal Monument Kamp Vught als ASF vrijwilligster. Één van mijn vele taken is het biografieënproject: op de verjaardag van een voormalige gevangene, die in Kamp Vught is overleden, publiceer ik een korte biografie samen met een foto van deze persoon op Facebook en Instagram. Het meeste werk bestaat uit het doorlezen en bewerken van de biografieën.

In totaal overleden in het kamp ongeveer 750 mensen, daarvan werden 329 verzetsstrijders op de fusilladeplaats in het bos, niet ver van het kamp, geëxecuteerd. Ik heb altijd respect voor de moed die deze mensen hadden – velen van hen waren niet veel ouder dan ik nu zelf. Één van hen is Pieter Blaauw, hij was slechts 20 jaar oud.

Piet werd op 26 november 1923 in Vlissingen geboren. Al op zeventienjarige leeftijd was Piet betrokken bij het verzet. Hij begon met het verspreiden van illegale bladen en verdeelde illegaal verkregen distributiebonnen aan onderduikadressen. Door zijn doortastend optreden werd Piet al snel in de Haagse groep van de Landelijke organisatie voor hulp aan Onderduikers (LO) één van de voornaamste personen.

Piet organiseerde niet alleen, maar was ook betrokken bij een gewapende overval op een gemeentehuis en deed mee in een vuurgevecht met een agent van de Sicherheitsdienst (SD). Kort daarna, op 28 maart 1944, werd bijna de hele Haagse groep gearresteerd. De situatie van Piet was hopeloos, want er wordt veel belastend materiaal gevonden. Ondanks dit en de zware verhoren blijft hij zelfs in het Oranjehotel optimistisch. Op 6 juni 1944 wordt Piet naar Kamp Vught gedeporteerd.

Een familielid zei later: ‘Wat ik van andere gevangenen gehoord heb, is hij ook daar een voorbeeld van opgewektheid. Zijn bijbeltje,. dat hij in Scheveningen heeft weten binnen te smokkelen heeft hem veel steun gegeven. Op 4 september 1944 is hij met vele vrienden in Kamp Vught gefusilleerd.’

Zijn verhaal, maar ook die van de vele andere verzetsstrijders, dwingt ons zichzelf te vragen hoe wij ons zouden hebben gedragen: Zouden wij, zoals bijvoorbeeld Piet, ons leven hebben geriskeerd? Zouden we iemand onderdak hebben geboden en zo niet alleen onszelf, maar ook onze eigen familie en kinderen in gevaar hebben gebracht?

Ik denk dat we het onszelf tegenwoordig te gemakkelijk maken als we beweren dat we ongetwijfeld actie zouden hebben ondernomen. Ik kan alleen maar hopen dat veel mensen stelling zullen nemen tegen de huidige beangstigende ontwikkelingen. Elke bijdrage kan helpen, zelfs als het onbeduidend lijkt.

De vraag: “Wat zou je toen gedaan hebben?” is nu “Wat doe je vandaag?” geworden.

 

-Elise Keller, Februari 2025

 

Wil je het hele verhaal van Piet lezen? Dat is hier te vinden.